Mijn moeder heeft mijn luiers nog met de hand uit moeten wassen. Pampers bestonden nog niet namelijk! En allebei mijn ouders zijn zónder televisie opgegroeid! Zo kent elke generatie zijn vooruitgang. Er zijn aldus ook een paar dingen waarmee wij zijn opgegroeid en die onze kinderen nóóit zullen kennen!
1. Films huren bij de videotheek:
Films kijken wij tegenwoordig via online diensten. Hooguit kijken we nog eens een zelfgekochte DVD.
Bedenk eens hoe wij aan onze kinderen het volgende moeten uitleggen: Als papa en mama vroeger zin hadden om een film te kijken, gingen we naar de videotheek. Dat was een soort winkel waar je films kon huren. Daarvoor moesten we 5 minuten fietsen. Je liep daar dan een tijdje rond op zoek naar een film die je wilde huren. Meestal waren de nieuwste en populairste films al verhuurd dus het was altijd een b-keuze waar je uiteindelijk mee naar huis ging. Je mocht de film dan een dag houden en moest hem dan weer terugbrengen. Als je dat niet op tijd deed kreeg je een boete.
2. Een film opnemen met de videorecorder:
Ik zie mezelf nog alles intoetsen op de afstandsbediening, tijd, dag, zender, om een film op te nemen. Als ik op vakantie ging, nam ik soms meerdere programma’s op en was daar dan een middagje zoet mee. O wee, als ik vergeten was om Melrose place op te nemen. A, dan waren de rapen gaar en b, dan was er niks meer aan te doen. Nu doe ik dit via mijn mobiele telefoon en hoef niet eens thuis te zijn!
3. Dingen opzoeken in de encyclopedie:
Wij hadden thuis een 15-delige encyclopedie waarvan de afzonderlijke delen elk een paar kilo wogen. Onmogelijk grote en zware boeken die ik naar boven naar mijn kamertje moest slepen. Echt up-to-date waren ze ook niet want mijn ouders hadden ze aangeschaft toen ze samen gingen wonen. Zo’n 20 jaar voordat ik ze ging gebruiken.
4. Je vrienden ‘oppiepen’:
De pieper was een apart apparaatje. Ik voelde me er net een van de dokters va E.R. mee. Ik vond het zelf superstoer dat ik er een had en had echt het gevoel om mee te gaan met de technologie. Hij was mobiel de pieper maar het enige wat hij kon, was een berichtje ontvangen. Dat kon maar één berichtje zijn, namelijk het telefoonnummer dat je terug moest bellen. Maar ja, aangezien men toen nog niet massaal over een mobiele telefoon beschikte, maar afhankelijk was van een telefooncel of de huistelefoon, kon dat wel een paar uur duren.Frustratie en stress bij degene die opgepiept werd: op zoek naar een telefoon, ‘wat is er aan de hand?’en even zoveel stress als frustratie bij degene die op het telefoontje zat te wachten; ‘waarom duurt het zo lang?’, ‘wat is er aan de hand?’.
5. Zappen zonder afstandsbediening:
Bij onze eerste televisie moest je daadwerkelijk opstaan en naar de tv lopen om daar vervolgens op een van de knopjes te kunnen drukken en van kanaal te veranderen. (Dit gold ook voor het volume.) Gelukkig waren er maar 13 kanalen, waarvan 3 (!) Nederlands (de Belg niet meegeteld). De programma’s werden nog niet onderbroken door reclame wat het aantal keer dat je op hoefde te staan ook reduceerde. Geen reclame? Nee, geen reclame, alleen tussen de programma’s afzonderlijk. Loeki, hadden we toen, om de boel een beetje op te vrolijken. “Asjemenou”.
6. Een kras in de plaat van je vader maken:
Ik weet niet hoe ik het voor elkaar kreeg, maar ik had er patent op om elke keer als ik een plaat opzette, de naald te breken en een kras in de plaat te maken. Het zal je niet verbazen dat ik niet met weemoed terugkijk op de pick-up. Oké een beetje dan. Ik had heel veel interesse in muziek en ik vond het geweldig om door de platencollectie van mijn ouders te gaan met David Bowie, Jimi Hendrix en Led Zeppelin, maar meestal liep het uit op ruzie met mijn vader. Krgggaagg, ai, daar ging er weer een..
7. Niet weten wie er belt:
Het was vroeger altijd een verrassing wie er belde. En niet altijd even welkom. Ik hoopte natuurlijk altijd dat het een van mijn vriendinnen was (van wie ik trouwens al hun telefoonnummers uit mijn hoofd kende), maar meestal was het een saaie volwassene voor mijn ouders. Boring! Als dan een van mijn vriendinnen belde had ik trouwens nul privacy, want onze telefoon stond middenin de huiskamer, verbonden aan het stopcontact in de muur.
8. Betalen met een gulden:
Onze kinderen zullen nooit weten wat het is om te betalen met duppies, knaken, pieken, geeltjes en meiers. Ons geld, ons Nederlandse geld, was echt cool. Blauw, geel, bruin, paars, de briefjes hadden alle kleuren van de regenboog. Nu hebben we in Europa allemaal hetzelfde geld. Saai, maar wel heel praktisch. Hoe ging dat ook alweer vroeger als je op vakantie ging? Dan moest je geld gaan wisselen bij de bank en vervolgens was het een grote mathematische uitdaging van soms wel een paar weken lang. Hoeveel Franse frank was een gulden ook alweer? Delen door drie!